|
Artikelen |
Datakwaliteit
optimaliseren is winstgevend
(bron: dmmediaplein.nl
- Walter Bakker - 14 april 2011) |
Het is een veelgebezigde,
gevleugelde kreet ‘het belang van Datakwaliteit’, maar hoe
groot het belang ervan is, beseft de meerderheid nog steeds
niet. We begrijpen allemaal wel dat de winkel open moet zijn,
de etalage gevuld en toonbank bezet, de telefoon goed wordt
beantwoord en dat bedrijfsauto’s rijden...
Als we echter verder inzoomen
op de bedrijfsprocessen en als we al bij het hoofdstuk
'Datakwaliteit' aankomen, dan is het toch nog vaak een vaag
begrip. Wat is Datakwaliteit? Hoe stel ik het vast? Welke
normen hanteer ik en hoe waarborg ik het in mijn organisatie?
In steeds meer bedrijven stuurt men op basis van beschikbare
gegevens. Deze gegevens worden geďnterpreteerd en leiden tot
een beeld over de mate waarin het bedrijf succesvol is. Dat is
niet alleen de winst, maar ook de manier waarop de winst wordt
gerealiseerd: met welke inspanningen en tegen welke kosten?
Omdat Datakwaliteit niet zo
eenvoudig vast te stellen is, lijkt het een punt dat nog niet
in veel organisaties hoog op de agenda staat. Toch zou dat wel
moeten. Ga maar eens na wat er in een willekeurig bedrijf
allemaal fout kan gaan doordat de gegevens niet op orde zijn:
verkeerde bestellingen, onjuiste voorraden, dubbele afspraken,
onzinnige vergaderingen, etcetera. Ik durf te beweren dat een
medewerker minimaal één uur per dag besteedt aan
werkzaamheden die het gevolg zijn van onjuiste data en
bedrijfsprocessen die gebruik maken van data.
Gevolgen van slechte
Datakwaliteit
In deze blog wil ik de nadruk leggen op het belang van
Datakwaliteit in de gegevens van klanten en relaties. Uit
onderzoek blijkt dat in elk klantenbestand gemiddeld 35% van
de gegevens verouderd, incompleet of onjuist is. Ga maar
eens na wat je van een klant vastlegt en waar allemaal fouten
kunnen optreden. Enkele voorbeelden: dubbelen, verkeerde
adresgegevens, onjuiste of geen contactpersonen, onvolledige
bedrijfsnamen, overleden personen, opgeheven en failliete
bedrijven, foutieve telefoonnummers, verouderde kentekens,
onjuiste branchecodes... Bedenk daarbij dat consumenten eens
in de zeven jaar verhuizen, dat de gezinssituatie aan
verandering onderhevig is, waardoor interesses veranderen. En
in het Handelsregister wijzigt jaarlijks 60% van alle
opgeslagen bedrijfsgegevens.
Regelmatig onderzoek ik de
kwaliteit van klantenbestanden van derden en kom steeds weer
tot de conclusie dat er nog heel veel te verbeteren is.
Uitzonderingen daargelaten, er zijn altijd partijen die voorop
lopen en het belang zelf al hebben onderkend en de juiste
maatregelen hebben getroffen. Maar voor het overgrote deel van
de bedrijven geldt dat er weinig zicht is op de kwaliteit van
het relatiebestand. En datzelfde geldt voor de gevolgen van
een slechte Datakwaliteit.
Voordelen van goede
Datakwaliteit in cijfers
Onderstaand de uitkomsten van een onlangs uitgevoerde
QuickScan voor een bedrijf dat alles levert op het gebied van
winkelinrichting en een bestand van circa 30.000 relaties
beheert, dat vier keer per jaar wordt ingezet voor een direct
mailing:
|
57%
van de bedrijfsnamen werd verbeterd. Dit zijn soms
cosmetische verbeteringen, maar vaak ook noodzakelijke,
bijvoorbeeld als je een factuurrelatie aangaat met een
afnemer is het belangrijk dat je over de officiële
bedrijfsnaam beschikt. |
|
25%
van de adressen werd verbeterd; dit betreft zowel
verhuizingen als uniformering van alle adresonderdelen
straat, huisnummer, toevoeging, postcode en woonplaats. |
|
10%
van de bedrijven is opgeheven of failliet; deze worden
uitgesloten bij een volgende campagne. |
|
70%
van de bedrijven is verrijkt met een contactpersoon
(eindbeslisser). In een groot aantal gevallen is hiermee
de schrijfwijze van de achternaam verbeterd en wordt de
naam met juiste voorletters en tussenvoegsels aangevuld. |
|
75%
van de bedrijven is verrijkt met een telefoonnummer voor
de telefonische follow-up na een mailing. |
Met deze exercitie had het
bedrijf een compleet geschoond bestand, met goede NAW-gegevens,
contactpersonen voor personalisatie van de mailing en de
juiste telefoonnummers om na te kunnen bellen en de mailing
daardoor nóg effectiever te kunnen maken. De investering per
relatie is minder dan de portokosten voor één mailuiting,
namelijk € 0,37 per relatie. De besparing aan onnodige
kosten en de extra winst in het eerste jaar als gevolg van
juiste adressering en het telefonisch kunnen opvolgen van
bijna alle bedrijven en daardoor meer respons, werd becijferd
op minimaal € 75.000,-.
Bovenstaand voorbeeld geldt
ook voor kleinere bestanden, vanzelfsprekend met lagere
bedragen in absolute zin. Toch loont het vrijwel altijd de
moeite om je relatiebestand eens tegen het licht te laten
houden. Er zijn mooie tools voor handen en het is daarmee de
laatste jaren allemaal een stuk toegankelijker en eenvoudiger
geworden. - naar
boven -
|
10%
Bedrijven zet optimaal market intelligence in
(bron: marketingonline.nl - 30 mei 2011) |
De noodzaak om het hoofd te
bieden aan toenemende internationale concurrentie, heeft
geleid tot een snelle groei van market intelligence binnen
bedrijven. Het niveau van marketing intelligence is echter
lang niet overal hetzelfde. Zo blijkt uit onderzoek van de
Global Intelligence Alliance (GIA). Bijna 900 MI-professionals
werden voor de Global Market Intelligence Survey 2011, een
jaarlijks terugkerend wereldwijd onderzoek naar de stand van
zaken in marketing intelligence, ondervraagd.
Wat blijkt: slechts 10
procent van de onderzochte bedrijven bereikt een ‘world-class’
niveau op het gebied van market intelligence. Deze bedrijven
zijn daadkrachtiger in hun besluitvorming en behalen een
aanzienlijke return-on-investment op hun market intelligence
budget.
‘Het aantal bedrijven dat
systematische market intelligence activiteiten heeft, is de
afgelopen twee jaar wereldwijd toegenomen van 63 procent tot
76 procent. Dit is significant omdat het aantoont dat de
financiële crisis het belang van market intelligence in
internationaal opererende bedrijven heeft vergroot. Daarnaast
blijkt dat één derde van de bedrijven die niet aan market
intelligence doen, van plan zijn hier binnen 12 maanden mee
van start te gaan. Van de bedrijven die aan market
intelligence doen, is 64 procent van plan om hun investeringen
in market intelligence te verhogen, vooral in Azië en Latijns
Amerika’, aldus Markko Vaarnas, CEO van Global Intelligence
Alliance.
Exclusief HR-kosten is het
gemiddelde budget van een marketing intelligence-afdeling 1
miljoen euro, maar de helft van de onderzochte bedrijven
spendeert 200.000 euro of minder. 20 procent van de
ondervraagde bedrijven heeft meer dan een miljoen euro te
spenderen. De grootste budgetten vindt men terug in B2C en in
volwassen industrieën waar veel concurrentie is.
Uit het onderzoek blijkt dat
bedrijven met ‘world-class market intelligence-activiteiten’
het op verschillende gebieden beter doen:
1. Kortere lijnen Meer dan de helft van de world-class
bedrijven hebben maximaal één organisatorische laag tussen
market intelligence en de CEO, en nooit meer dan 4
tussenliggende lagen. World-class bedrijven hebben ook vaker
het topmanagement als interne klant.
2. Uitgebreidere netwerken World-class bedrijven krijgen
market intelligence input van meer mensen binnen de
organisatie dan de gemiddelde bedrijven.
3. Gestandaardiseerd werken Van de world-class bedrijven heeft
52 procent van de market intelligence werkzaamheden betrekking
op regelmatig terugkerende rapportages, tegenover 45 procent
voor gemiddelde bedrijven.
4. Gecentraliseerde market intelligence organisatie 69 procent
van de world-class heeft een gecentraliseerde market
intelligence organisatie, tegenover 56 procent van de
gemiddelde bedrijven.
5. Efficienter gebruik budgetten en personeel Hoewel de
world-class bedrijven dezelfde market intelligence budgetten
en teams hebben als de gemiddelde bedrijven, hebben ze een
geavanceerder niveau van market intelligence en zijn
efficiënter qua besluitvorming.
- naar
boven -
|
Reisbranche laat kans op langdurige klantrelaties liggen
(bron:
twinklemagazine.nl - Erik Sandel - 1 december 2010) |
Mijn buren gaan veelvuldig op vakantie. In het afgelopen jaar zijn zij tot nu toe zesmaal voor een lange of kortere periode weggeweest. In februari gingen ze, net als voorgaande jaren, vier weken naar Curaçao. In de zomer vertrokken ze voor drie weken naar Vietnam.
Tussendoor maakten ze korte tripjes naar Londen, Drente en Sauerland. En gisteren kwamen ze terug van een lang weekend Parijs. Aangezien wij al ruim tien jaar buren zijn, weet ik dat hun reisgedrag vrij constant is geweest. Ze gaan graag en vaak op vakantie.
Vreemd genoeg kunnen mijn buren mij niet vertellen naar welke reisorganisatie hun voorkeur uitgaat. Het maakt hen simpelweg niet uit via welke organisatie zij hun vakantie boeken. In de afgelopen tien jaar is er geen één aanbieder geweest die er voor hen dusdanig uitsprong dat zij hier vaker bij willen boeken. Bij iedere reis begint het proces van oriëntatie, keuze, vergelijking en boeken voor hen opnieuw. Mijn buren zijn niet de enige. De reisbranche loopt achter de feiten aan in de relatie met de klant, zoals recent
Britse onderzoek illustreert.
Zorgpunten
In de reisbranche komt vernieuwing in klantrelatiemanagement en klantcommunicatie maar langzaam op gang. Wat opvalt binnen de reisbranche is dat zorgen vooral worden geuit over prijsdifferentiatie en margeontwikkeling ,met name ten aanzien van distributie via internet en winkels en de producten. Consumentengedrag, -wensen en -profielen komen vrijwel niet voor op het lijstje van zorgpunten, terwijl daar juist een oplossing ligt voor de reisbranche. Om effectief te kunnen concurreren is differentiatie op reisproduct, prijs of service namelijk achterhaald.
Schotland via De Bijenkorf
Terug naar mijn buren. De buurvrouw heeft ook een klantenkaart van De Bijenkorf die ze regelmatig gebruikt. Door de kaart ontvangt ze continu relevante aanbiedingen. Twee jaar geleden boekte ze zelfs een lang weekend Schotland via De Bijenkorf. Deze aanbieding was goed getimed en sloot aan bij hun persoonlijke interesse. Een ander belangrijk pluspunt is dat aan de kaart een spaarprogramma is verbonden. ‘Dat tikt snel lekker aan en scheelt toch aardig over een jaar genomen’, aldus mijn buurvrouw.
Constante factor
Hoewel De Bijenkorf en een reisorganisatie ogenschijnlijk niet veel gelijkenissen hebben, is er een constante factor die beide met elkaar verbindt: de klant. Die klant doorloopt in beide branches hetzelfde aankoopproces: oriëntatie, keuze, vergelijking, aanschaf en nazorg. Kijk je naar het profiel van mijn buren - tweepersoonshuishouden, geen kinderen, eigen huis, 4x modaal inkomen, gemiddeld twee vakanties en vier trips per jaar - dan zou het voor een reisorganisatie toch niet zo moeilijk moeten zijn om klanten langer aan het bedrijf te binden.
Van productdifferentiatie naar klantdifferentiatie
In de reisbranche moet een verschuiving van productdifferentiatie naar klantdifferentiatie en van transactie naar klantrelatiemanagement plaatsvinden. Dit zal leiden tot klantenbinding en margeverbetering. Reisorganisaties moeten daarvoor eerst scherper gaan kijken naar het (reis)gedrag en de individuele wensen van hun klanten. Door klant- en afnamegedrag te analyseren en deze aan te vullen met sociaal-demografische gegevens kan een reisorganisatie inzicht krijgen in het profiel van de klant en de mate waarin de organisatie in staat is om loyale klanten te creëren en te behouden.
Klantprofielen
Winstgevende klanten kan een organisatie identificeren op basis van klantprofielen. Per klant wordt bepaald wat hij ‘waard’ is om de loyaliteit gericht te belonen met op maat gesneden aanbiedingen. Deze manier werkt. Kijk bijvoorbeeld naar de telecomsector, waar je op basis van je belgedrag een nieuwe telefoon ontvangt bij verlenging van je contract of waar je belminuten ‘spaart’ vanaf een bepaalde hoeveelheid. Het kost immers meer om klanten van hoge waarde aan te trekken dan bestaande klanten te behouden. Reisorganisaties kunnen hier een voorbeeld aan nemen en hebben dus nog legio.
- naar
boven -
|
Retailers aan de slag
met klantdata
(bron: rsltblog.marketingonline.nl - Stephan van Heusden - 22 april 2010) |
DeMeter besteedde op 20 april aandacht aan retail marketing. Ties Top, directeur van M-Wise liet een groot aantal voorbeelden zien van retailers die intelligent omgaan met hun klantdata. Om daarmee klanten te werven, te ontwikkelen, te behouden of terug te winnen. ‘Retailers realiseren zich niet dat ze jaarlijks 35% van hun klanten verliezen. Ze krijgen daar dan wel weer 35% nieuwe klanten voor terug, de investering daarin is echter veel hoger dan het investeren in het behouden en ontwikkelen van klanten. Het gebruik van de eigen klantendata is veel effectiever dan gebruik maken van bijvoorbeeld postcode segmentatie.”
Een aantal voorbeelden:
|
Intratuin biedt een huurplant aan. Waarmee ze bewerkstellingen dat klanten terugkomen. |
|
Fixet gebruikt het verhuisbestand van KPN voor het benaderen van mensen die net zijn verhuisd. |
|
BP geeft bonnetjes met aanbiedingen weg bij de kassa, daarbij maakt men gebruik van kassainformatie en –aanslag. De respons op deze aanbiedingen loopt op tot zo’n 80%. |
|
Aral Duitsland keek eens goed naar haar klantenbestand en realiseerde dat motorrijders er graag komen tanken. Aral realiseerde daarom als enige tankstationaanbieder specifieke services voor motorrijders. |
Top ziet nog maar weinig retailers profiteren van social media. Eén voorbeeld had hij wel. Twelpforce een initatief van Best Buy waar je kunt twitteren met het customer service personeel.
Eduard de Wilde is naast consultant in e-commerce ook webwinkelier. Daarmee ondervindt hij aan den lijve hoe de handel zich op internet ontwikkelt. Het zal niemand ontgaan dat internet groeit waar traditionele winkels het moeilijk hebben. De Wilde voorspelt dat een aantal traditionele winkels het gaat afleggen. Bijvoorbeeld de kleinere ketens/zelfstandige consumenten elektronica aanbieders zien de margerijke accessoires verkoop volledig naar internet verdwijnen. Men kiest er dan voor om zelf ook maar op internet te gaan om een groter publiek te bereiken, maar op internet gelden heel andere regels.
De Wilde schetste een beeld van online aanbieders in de golfmarkt. De ‘standaard’ aanbieders die allemaal bij dezelfde distributeur dezelfde producten inkopen concurreren op prijs. En wie nog wat verder zoekt komt een golfdiscounter tegen die parallel importeert en nog goedkoper aanbiedt. Het advies van De Wilde; als je niet de grootste bent (en daarmee de goedkoopste kan zijn) specialiseer je dan. Alleen als je producten aanbiedt die anderen niet zo goedkoop als mogelijk aanbieden heeft het zin om met Adwords bezoekers te trekken. Het gebruik van social media is zinvol, maar kost zeer veel tijd. Het levert zeker succes op, maar houd je aan de regels van social media. Een objectief blog over golf waar de producten die jij verkoopt worden getest door onafhankelijke golfers levert publiciteit, traffic en uiteindelijk conversie op.
Richard Koffijberg is een kapper die de klantenpiramide van Jay Curry heeft omarmd. Klanten van Koffijberg zijn ambassadeurs, vrienden en kennissen. De tariefdifferentiatie die hij hanteert versterkt de waardeverschillen tussen klanten, maar ook de bezoekfrequentie bepaalt in welke piramidelaag de klant zit. Koffijberg deed veel analyses met de klantenpiramide, oa om te kunnen bepalen hoeveel korting in de segmenten gegeven kan worden. Hij gebruikt de klantenpiramide ook als segmentatietool voor het klantcontactprogramma met o.a. winback en tell a friend mailings.
- naar
boven -
|
Verslag
thema-avond DeMeter:
Event Driven Marketing (ron:
rsltblog.marketingonline.nl
- 19 maart 2008)
|
Gisteravond
was alweer de derde thema-avond van DeMeter
van dit jaar, met als thema ‘Event
Driven Marketing’. Een aansprekend thema, getuige de hoge
opkomst van maar liefst 95 mensen! De presentaties tijdens de
avond werden verzorgd door Rob Beltman, Joop Vullens en Jochem
de Gruyter.
Rob
Beltman
Eerste spreker is Rob Beltman, partner bij ICSB.
ICSB is een marketing- en strategiebureau, ontstaan vanuit de
Erasmus Universiteit. Rob verzorgt de start van deavond door
te kijken naar het ontstaan en de toekomst van Event Driven
Marketing (hierna: EDM)
Wat is precies EDM? Een definitie: Marketing
is de functie die erop gericht is ruilrelaties tussen een
organisatie en haar omgeving te bevorderen en bespoedigen. EDM
doet dit door de timing en inhoud van de marketingactiviteiten
te laten bepalen door relevante gebeurtenissen in het leven of
de relatie met de klant.
Verandering van product op de
markt brengen naar een goede breinpositie verwerven. Die fase
is te lang uitgemolken en werd minder effectief. Er kwamen
meer contactmomenten en meer
aanbieders, waardoor de zichtbaarheid op het juiste moment
minder werd. Het werd nodig om écht een relatie aan te gaan.
Gesteund door ICT ontstaat EDM.
Er zijn meerdere redenen waarom het nieuwe marketingdenken
ontstaan is:
-
Loyalty
is dead. Klanten zijn heel ontrouw geworden en lopen
bij de vleet weg. Als je kijkt naar je klantenbestand, dan
zie je dat na ongeveer vijf jaar geen bestaande klanten
meer aanwezig zijn. De organisatie is daardoor een soort
lekkende emmer, de klant stroomt net zo hard weg als dat
er nieuwe klanten bijkomen.
-
Het
failliet van massamarketing. Massamarketing is niet
makkelijk, een product of dienst sluit nooit bij iedereen
aan. Daardoor bereik je eigenlijk nooit meer dan
een gemiddelde klanttevredenheid.
-
De
opkomst van klantsturing. De klant zoekt zelf wel uit
waar hij heen gaat en is niet meer tevreden met een 7.
Binnen
het nieuwe marketingdenken ontstaan verschillende shifts.
Transacties worden relaties, verkoopprijs wordt klantwaarde,
het ruilproces worden ervaringen en de
monoloog wordt een dialoog.
Die
dialoog gaat over het algemeen alleen nog niet erg goed. Ed
Peelen heeft een keer een plaatje gemaakt over zijn beleving
rondom zijn zorgverzekeraar. Zowel de klant als de
zorgverzekeraar verrichten handelingen. Als die handelingen op
elkaar aansluiten, dan ontstaat ergens in het midden
interactie.
Beide
partijen zijn zelden met dezelfde dingen bezig en de momenten
van échte interactie ontstaan dus nauwelijks. We hebben dus
nog veel te leren als we écht een dialoog aan willen gaan. We
zijn namelijk helemaal niet gewend om te luisteren naar
individuele klanten, we weten niet wat er in het leven van een
klant omgaat en áls we het dan al weten, dan gaan we er
onwennig mee om. Een leuk voorbeeld is het verhuismoment. Dat
is voor consumenten een heel belangrijk moment, waarop je veel
wisselt van aanbieders van diensten en producten. Toch zijn er
maar weinig bedrijven (6 van de 95 mensen in de zaal) die echt
iets doen rondom dit belangrijke event in het leven van de
klant. Bovendien moet hetgene wat je dan doet ook wel
aansluiten bij de klant. Een bosje bloemen op het moment dat
je de muren staat te witten, slaat niet aan.
Type events
Welke events moeten we dan gaan benutten? Er zijn eigenlijk
vier categorieën te benoemen:
- Formele
events
- Temporele
events
- Lifestyle
events
- Interactieve
events
Het
makkelijkste te benutten zijn de formele events, zoals
contracten en garanties. In de zaal zit een mevrouw van Achmea
Zorg, die van het ‘aflopen van het contract’ altijd een
feestje probeert te maken voor de klant, in de hoop deze te
behouden. Een dergelijk signaal kan natuurlijk ook negatief
uitpakken, een klant gaat dan juist ‘shoppen’ na het
binnenkomen van de brief tot het verlengen van het contract.
Veel organisaties worden daar bang van en versturen juist géén
post meer.
Naast de formele events bestaan er ook temporele events, zoals
verjaardagen en trouwdagen. Vooral verjaardagen worden veel
ingezet momenteel. T-Mobile stuurt dan bijvoorbeeld slingers.
In het geval van Rob helaas wel op een verkeerde datum. Ook
hier geld weer: denk wel goed na bij de actie. De kapper van
Rob stuurt een kortingsbon voor een knipbeurt, op z’n
verjaardag. Beter zou het zijn om die actie een week eerder te
versturen, zodat je netjes voor de dag komt op je verjaardag.
Andere events zijn lifestyle events, om een specifieke binding
met een groep mensen te krijgen. Voorbeelden zijn het WK,
hobbies en evenementen. De politie gebruikt het WK altijd als
moment om een maand eerder openstaande boetes te incasseren.
Niemand zit namelijk graag vast tijdens het WK, het op tijd
betalen blijkt dan ineens een hele stimulans. Vanuit de zaal
merkt Joris de Bruijne op dat het dan wel noodzakelijk is om
die data ook echt te hebben van klanten. Je kunt geen brief
sturen als je iemand z’n geboortedatum niet weet.
De laatste categorie events zijn interactieve events, bewust
als laatste genoemd. Voorbeelden zijn een koopsignaal,
binnenkomende klacht, sitebezoek, servicecall, enz. Deze
events zie je van tevoren niet aankomen en je moet er meteen
op reageren.
Relevantie
Waar we naar streven bij EDM is het bereiken van een stuk
relevantie. Timing en inhoud moeten afgestemd worden op een
relevante gebeurtenis aan de kant van de kant. Relevantie is
daarbij de mate waarin de dialoog de juiste boodschap bevat,
op het juiste moment. Aangevuld met emotie ontstaat een juiste
synchronisatie. Een lage relevantie in combinatie met een
negatieve emotie noemen we vaak ‘spam’. Dezelfde negatieve
emotie in combinatie met een hoge relevantie zorgt daarentegen
vaak voor een ‘big brother’ gevoel. De andere combinaties
tussen relevantie en emotie:
Twee benaderingen
Dit wetende bestaan er twee verschillende benaderingen van EDM.
De eerste is EDM als evolutie in DM. Het kennen van events
verbetert daarbij de timing en verhoogt de relevantie van een
boodschap en daardoor de respons. De andere is EDM als
instrument voor CRM. Het vinden en benutten van belangrijke
events in de klantrelatie biedt daarbij kansen om de waarde
van de klant te verhogen. De benaderingen kennen een aantal
verschillen.
EDM
als instrument voor CRM
EDM als revolutie van DM focust dus eigenlijk alleen op de
relevantie, terwijl EDM als instrument voor CRM ook de emotie
meeneemt. Het gaat er dan om de organisatie zo dicht bij de
klant te brengen, dat zij op het juiste moment met de juiste
boodschap een positieve impuls aan de klantrelatie kan geven.
Om dit te bereiken moeten we gaan ondernemen met klantdata.
Daarbij moeten we van reactief naar proactief. Ook moeten we
van transacties naar relatiebeheer. De derde uitdaging is:
‘Hoe maken we van ‘platte’ events een complete
‘experience’ die binding met de klant stimuleert? Dat is
alleen te bereiken door een event niet als een ‘los ding’
te zien. Een event kent bijvoorbeeld ook nazorg. Een echte
ervaring opbouwen doe je in etappes. Je zult de beleving
stapsgewijs moeten opbouwen.
Toekomstige
uitdagingen
We kennen nog vele uitdagingen om deze ultieme vorm van EDM te
bereiken:
- Sturing
vanuit klantrelaties (meer interactieve events)
- Events
minder ‘Hit & Run’ en minder
transactiegeorienteerd
- Beperkt
aantal kritieke events gebruiken voor experience building
- Ontdekken
welke events op welke manier benut moeten worden om tot
optimale ontwikkeling van klantrelaties te komen.
Joop
Vullers
Een
succesvolle EDM-campagne kost geld, je moet alleen wel
uitkijken of je hier niet te ver in gaat. Een goed voorbeeld
hiervan is de introductie van het nieuwe zorgstelsel, maar
liefst 80 miljoen euro is daaraan uitgegeven door de
verschillende verzekeraars. Een forse investering.
Dit bedrag is in de loop der jaren wel afgenomen, alleen het
switchen van zorgverzekeraar daarentegen ook. De consument is
de laatste drie jaar steeds stabieler is geworden in zijn
keuze voor de zorgverzekeraar. Desondanks is ook in 2008 nog
steeds 10 miljoen per 70.000 gezinnen geďnvesteerd in
marketing. Een té hoge investering met té weinig tot geen
resultaat.
Joop Vullers, manager marketing intelligence van Menzis, was
het daar helemaal mee eens. In plaats van geld te investeren
in het werven van nieuwe klanten, heeft Menzis dan nu ook zijn
visie omgedraaid naar klantloyaliteit. Alleen klantloyaliteit
is binnen deze branche een lastig punt aangezien 51% van deze
loyaliteit word gebaseerd op het imago wat de verzekeraar
heeft onder de consument, dit terwijl Menzis met maar liefst
80% van de klant één keer per jaar contact heeft.
Daarnaast is loyaliteit bij zorgverzekeraars moeilijk te
bepalen. De ‘buitenwereld’ denkt vaak: iemand die ziek is,
is vast loyaal aan zijn verzekeraar. Maar volgens Joop is dit
juist andersom. ‘Men is loyaal aan zijn dokter en bang om te
wijzigen van verzekeraar, want bij de ander worden ze
misschien niet aangenomen’.
Bepalend voor het imago
Bepalend
voor succesvolle thematische marketing
- Database
is en blijft essentieel.
- Leg
je klantcontact vast, ieder contactmoment inclusief
inhoud. Belangrijk! Leg het op een dusdanige manier vast
dat de databasemarketeer er ook daadwerkelijk mee aan de
slag kan.
- Analyse
en modellering
- Plan
je contactmomenten – pas het dus ook echt toe in de
praktijk!
- Kies
de juiste actie – mediumkeuze
- Zorg
voor draagvlak binnen de gehele organisatie
Bovenstaande
punten zijn bij de meeste organisaties bekend, hoe het in de
praktijk ook daadwerkelijk toe te passen is een tweede. De
volgende spreker Jochem de Gruyter kon dat aan de hand van
interessante praktijkvoorbeelden goed laten zien.
Jochem
de Gruyter
Jochem heeft een achtergrond vanuit o.a. Claritas en Axciom en
werkt nu als CRM-manager bij SBS Broadcasting. Hij is
daarnaast bestuurslid bij de CRM Association en winnaar van de
DeMeter Award 2006.
Jochem bestrijd de stelling dat massamedia dood zijn. De
bestedingen nemen nog ieder jaar toe. Daar staat wel tegenover
dat de kijkers steeds minder televisie gaan kijken. Zeker
doelgroepen zoals de leeftijd 12-18 kijken minder tv. En dan
is het ook nog de vraag of ze dan wel écht kijken. Bovendien
mag SBS maximaal twaalf minuten commercials uitzenden per uur
TV. Maximaal 95% van die tijd kan ook echt verkocht worden,
door bijvoorbeeld uitlopende tv-programma’s. 95% van de
inkomsten van SBS Broadcasting komt nog steeds uit die
spotinkomsten. Die omzet stijgt dus gelijk mee met het bereik
van het massamedium (de kijktijd). SBS is de laatste tijd
bezig om richting 1-op-1 relaties met de klant te gaan, via
dm-programma’s.
De gehele TV keten staat sterk onder druk. Alle schakels
kennen nieuwe toetreders en content komt overal terug op
internet. Zo staan fragmenten van SBS6 bijvoorbeeld op Dumpert.
De advertentieinkomsten gaan dan naar Dumpert en niet naar
SBS6. Een andere factor is de consument, die steeds meer zelf
bepaalt met welke adverteerder hij/zij een relatie aan wil
gaan. Dat maakt het voor SBS niet gemakkelijker om een spotje
te verkopen.
De CRM-missie van SBS Broadcasting: het is onze missie om een
loyale winstgevende relatie aan te gaan, te onderhouden en uit
te bouwen met consumenten enadverteerders;
gebruikmakend van (eigen) content, mediainzet en klantkennis.
Facilitering van contacten en contact.
SBS wil iedere consument bereiken tussen 6.00 en 24.00 uur.
Alleen televisie is daarvoor niet voldoende, waardoor nieuwe
kanalen nodig zijn. Tv kan de andere kanalen wel ondersteunen
door het grote bereik. Een oproep 'ga naar de website en laat
je gegevens achter' levert al snel 5-15 % conversie op. Bij
een kijkersaantal van miljoenen zijn dat interessante
cijfers’Âť, aldus Jochem. Een voorbeeld van een nieuw
kanaal is interactieve televisie met de ‘rodeknop-commercials’.
Ook mobiel en SMS zijn belangrijke kanalen. Naast het openen
van nieuwe kanalen is ook het uitbouwen van de bestaande
kanalen en het vergroten van de klantwaarde van belang.
Iets anders waar SBS naar streeft is het creëren van
interactiviteit. Voorbeelden zijn sociale netwerken, fora,
weblogs en datingprogramma’s. Gerard Joling noemde de naam
van een van de forumleden in een van de shows van ‘Sterren
dansen op het ijs’, wat een enorme impuls gaf aan het bezoek
aan de website.
Behavioral targeting zorgt ervoor dat het bezoekersprofiel van
iemand opgebouwd gaat worden, zonder dat die persoon zich
hoeft te identificeren. Iemand die meerdere keren iets bekijkt
over auto’s krijgt in de database vast een vinkje bij
‘auto liefhebber’. De banners die geserveerd worden,
worden daarbij afgestemd op het waarschijnlijke profiel van de
bezoeker. De CTR neemt daardoor met gemiddeld 3% toe. Dezelfde
informatie wordt ook gebruikt om bijvoorbeeld de content in de
nieuwsbrief op af te stemmen.
De kracht van televisie is een duidelijk voordeel van SBS. Een
programma zoals ‘Temptation Island’ kent bijvoorbeeld een
conversie naar de website van maar liefst 14,1%.
Het ultieme doel is dus om van een anonieme kijker een
identificeerbare kijker te maken. SBS probeert dit door
diverse programma’s interactief en crossmediaal te maken.
Alle bezoeken worden daarbij gekoppeld aan een ID, zodat op
een snelle manier kennis opgebouwd kan worden - naar
boven -
|
|
|